dec, 2020

18/12/2020
Veerkracht
Sinds oktober werk ik weer voltijds thuis. Ik geef digitale workshops, organiseer Skype-intervisies en Zoom mezelf te pletter. Dus toen mijn werkgever vroeg of ik wou ondersteunen bij de afname van een taalscreening, was dat een opluchting: eindelijk weer schoolbellen horen, hilarische kleuterverhalen horen en baden in de heerlijke chaos van het onderwijs.
Na twee dagen was ik pompaf. Ik heb altijd al geweten dat leerkracht zijn een drukke loopbaan is, maar dit contrast met thuiswerk voelde als een cultuurshock. De drukte zit ‘m niet alleen in de stapels werk, of in de onbetaalde uren, of in de zondagavonden met rode balpen. De heerlijke chaos van het onderwijs is een zee van geluiden en geuren en verwachtingen waar je ’s ochtends inspringt en ’s avonds pompaf uitklimt, terwijl je je afvraagt waar al die uren naartoe zijn gegaan.
Bovendien schoot ik in een paniek toen ik na die twee dagen in een school keelpijn en een snotneus kreeg. Had ik mij dan zo flink gehouden aan die lockdown, om na 2 dagen op de klasvloer dit boze virus dan toch opgelopen te hebben? Gelukkig was het een vals alarm, maar ik moet toch even bekomen.
Als leraar heb ik alle “leraars zijn helden”-boodschappen op het einde van schooljaren altijd wat irritant gevonden. Ik bedoel, ja wij zijn helden, geef ons middelen en zaag niet over onze vakantie en laat uw opmonterende citaten voor wat ze zijn. Nu ik zelf geen leraar meer ben, wil ik dit toch even kwijt:
Het nieuwe jaar zal nog veel onzekerheid meebrengen. Er zullen risicovolle beslissingen gemaakt worden. Draaiboeken en actieplannen zijn nog niet aan hun laatste update toe. Bedankt aan al het schoolpersoneel om de keet recht te houden. Bedankt om elke dag buiten de veilige muren van het thuiswerk te stappen en in het zee van heerlijke onderwijschaos te springen. Rust goed uit, want we hebben je glimlach, creativiteit en veerkracht binnenkort opnieuw nodig.
X
07/10/2020
Professionalisering
Vorige week nam ik de heerlijke podcast De Leraarskamer van Buiten de Krijtlijnen op en onderweg naar huis, werd ik door Eva Dierickx uitgedaagd om een tekstje te schrijven over teamteachers en blended learning. Challenge accepted!
Ik ben zelf nooit een kenner geweest op vlak van blended learning. Om eerlijk te zijn heb ik altijd mijn twijfels gehad over extreme vormen van digitaal leren, omdat ik me afvroeg of we dan niet voorbij gingen aan aspecten die belangrijk zijn in een leerproces, namelijk contact met medeleerlingen en een leraar. Maar in een tijdperk waarin je niet anders kan dan je digitale angsten aan de kant te schuiven, leerde ik dat het internet ons veel te bieden heeft. Hoe kan je teamteaching ook online verderzetten? Hier is mijn poging om een aantal tips te formuleren.
Ten eerste moeten we even stilstaan bij de definitie van blended learning. Het is een combinatie van online en face-to-faceonderwijs. Het maakt gebruik van de krachten van beide werkvormen en kiest voor een positieve combinatie. Ten tweede blijven we ons standpunt herhalen: teamteaching is een werkvorm om verschillende doelen te bereiken, nooit een doel op zich. We bespreken deze doelen voor de twee aspecten van blended learning: het online gedeelte en het face-to-facegedeelte.
Online lesgeven vorm krijgen via digitale oefeningen die leerlingen zelfstandig maken, of via een digitale instructie (vb. een webinar, een live streaming, een Smartschool Live, …) Online lesgeven heeft een aantal voordelen. Je studenten hoeven zich niet te verplaatsen en kunnen hun leeractiviteiten autonoom inplannen. Daardoor zet je in op leermotivatie, veiligheid én werken aan digitale competenties.
Online teamteachen voor inclusief onderwijs
Teamteachers geven samen les om in te spelen op de verschillen in hun klas. Ze doen dat online door:
Online teamteachen voor geïntegreerd leren
Leerkrachten geven samen les om de grenzen tussen vakken en klassen te doorbreken. Dit hoeft digitaal niet al te sterk te verschillen van face-to-faceonderwijs, maar misschien biedt de digitale variant wel kansen.
Online teamteaching voor zelfsturing
Teamteachers werken samen om leerlingen beter te ondersteunen bij het zelfstandig leren. Digitaal doen ze dat door
Online teamteachen voor motivatie en welbevinden
Teamteachers werken samen om de leermotivatie te verhogen. Digitaal gaan sociale contacten soms verloren. Doe dat door
Online teamteaching voor professionalisering
Teamteachers werken samen om te leren van elkaar.
Als teamteachers niet alleen online, maar ook face-to-face kunnen lesgeven, gebruiken ze de voordelen van beide werelden van blended learning.
Lees hieronder een interview met Tinneke, teamteacher in Leuven, online en weer happy offline – of toch deels.
Tinneke Vanwinkel
Leerkracht wiskunde, teamteacht in de tweede graad in KA De Ring in Leuven
Op welke manier pakken jullie teamteaching aan?
Mijn parallelcollega en ik zijn een paar jaar geleden beginnen teamteachen om rekening te houden met de niveauverschillen in onze klassen. Onze leerlingen krijgen een heldere instructie in een kleine groep en werken zelfstandig aan oefeningen in een ander lokaal. Ook de leerlingen van onze OV4-afdeling en hun begeleiders zitten onze lessen bij.
Hoe is teamteaching tijdens de lockdown voor jullie geweest?
Waar ik zo van genoten heb tijdens het afstandsonderwijs is hoe hard wij zijn blijven samenwerken. Het moest ook, want wij waren verantwoordelijk voor dezelfde groep leerlingen, voor hetzelfde vak. Maar wij hebben het werk verdeeld en iedereen in zijn sterkte laten werken. En omdat we al een tijdje samen voor de klas staan, ging die verdeling vanzelf. Wij konden ook zo gemakkelijk bij elkaar eens gaan horen hoe we een leerling zouden inschatten. Dat kussen om op terug te vallen, gaf mij rust.
Leerden jullie iets uit die periode?
We werken nu met instructiefilmpjes bij elke les. Leerlingen kunnen de instructie dus zo vaak zien als ze nodig hebben. Daardoor kunnen wij ons echt focussen op individuele ondersteuning, zonder geregeld de uitleg helemaal opnieuw te moeten doen.
Zijn er door corona ook uitdagingen aan teamteaching?
Zeker, maar wij zijn altijd gezegend geweest met een goed lokaal voor teamteaching. Onze leerlingen werken zelfstandig in wat vroeger de refter was. Daardoor kunnen ze echt voldoende afstand houden en kunnen we goed verluchten. We hebben hier wel helder over gecommuniceerd met de ouders, want we kunnen ons wel inbeelden dat er misverstanden ontstaan wanneer leerlingen aan hun ouders vertellen dat ze met zoveel in een lokaal zitten.
Teamteachers
Kijk, ook ik leer dagelijks!
Meer lezen? Zoveel bronnen! Maar neem zeker volgend artikel door, als jij een van die leerkrachten bent die groepsvorming mist als je online gaat.
Sociaal contact en communityvorming op afstand van de Universiteit van Utrecht.
18/09/2020
Zelfregulerend leren
Ik wil jullie graag een verhaal vertellen, dat van de trotse leerkracht en haar kroost. Twee jaar geleden gaf ik les in een 1B-klas, waarin leerlingen op maandag hun werk voor de rest van de week moesten inplannen. De dag waarop ons avontuur begint, was er eentje waarop alles misliep. De printers werkten niet, waardoor de leerlingen geen planninginstrument konden gebruiken. Bovendien lagen zowel de wifi, als ons smartboard plat. Veel instructie- en werkactiviteiten konden dus niet doorgaan. Terwijl de teamteachers aan crisismanagement deden, zagen we dat een aantal leerlingen zich afzonderden. Een leerling had zelf een planning gemaakt en was alvast beginnen werken. Ze noteerde welke taken ze wanneer wou doen en duwde de taken waar ze internet voor nodig had een aantal dagen vooruit. Ik mocht er een foto van nemen om erover te stoefen. Knap, he?
Veel teamteachers beslissen samen te werken in een setting waarin leerlingen eigenaarschap dragen over hun eigen leerproces. Een belangrijk onderdeel daarvan, is de verantwoordelijkheid die leerlingen krijgen om hun taakuitvoering te plannen, te monitoren en te evalueren. Men spreekt wel eens over zelfregulerend leren. Ik vind dat een technisch en lastig onderwerp om over te spreken, maar ik doe een poging. Kort door de bocht betekent zelfregulerend leren dat leerlingen doelbewust aan het werk te gaan. Dat kan gaan van de kleuter die een keuze voor een hoek maakt voor de rest van de voormiddag, tot de leerling van het vijfde leerjaar die zichzelf motiveert om zijn rekensommen te maken, ook al vindt die dat niet leuk, via de puber die de hulpkaart voor verenkelen en verdubbelen neemt wanneer hij een schrijftaak moet maken tot de student die een examenplanning maakt en in het midden van de blok beseft dat zijn studiemethode niet effectief is die aanpast.
Wat het onderwerp complex maakt, is de wetenschap dat zelfregulerend leren hersenfuncties nodig heeft die bij veel kinderen en jongeren nog niet volledig ontwikkeld zijn. De fameuze prefrontale cortex die o.a. het emotie- en motivatiesysteem reguleert, is gemiddeld pas rond je eenentwintigste volledig ontwikkeld (en laat ons eerlijk zijn, bij veel volwassenen ook nog niet helemaal klaar, toch?). Dus hoe kan je dan verwachten dat leerlingen al dingen kunnen, waar hun hersenen letterlijk nog niet klaar voor zijn?
Mijn visie daarover is dat het de verantwoordelijkheid van de school is om leerlingen zelfregulerend te leren werken. Het is namelijk een cruciale competentie in de schoolse en dagelijkse leven van leerlingen. Uit onderzoek blijkt dat het een grote impact heeft op het leren. Uit ervaring blijkt dat leerlingen die het gewoon zijn zelfstandig te werken aan de hand van een planning, het gemakkelijker hebben gehad tijdens de maanden van afstandsonderwijs. Net zoals zoveel andere schoolse competenties, doe je dat door hen sterk te ondersteunen en het leerproces stapsgewijs en op maat van de leerling te laten gebeuren. En ook hier wil ik benadrukken, net zoals in de blog over differentiëren, dat je niet hoeft te teamteachen om zelfregulerend werkend te ondersteunen, maar het helpt wel.
Ruwweg kan je zelfregulerend leren onderverdelen in drie deelfuncties.
Leerlingen moeten weten hoe ze een taak moeten uitvoeren en wat van hen verwacht wordt.
Teamteachers
Leerlingen verwerven inzicht in hun eigen niveau, leervoorkeur, interesse, …
Teamteachers
Leerlingen kennen strategieën om hun werk te plannen en het leren te ondersteunen. Ze weten wanneer en hulpmiddelen ingezet worden.
In Bimsem, Mechelen geven de leerkrachten van de tweede graad LO-sport sinds dit jaar les met teamteaching. De leerkrachten zijn volop aan het uittesten wat leerlingen nodig hebben om hun werk te plannen en wat leerkrachten nodig hebben om een overzicht te bewaren over waar leerlingen staan. Ze beginnen het schooljaar analoog met papieren planningen, maar overwegen door te groeien naar een digitaal systeem. Je hebt er geen ingewikkelde systemen voor nodig, via online versies van excel (via Google Drive of Microsoft Team) kan je het een en ander organiseren. Zo zullen de leerkrachten binnenkort een systeem invoeren waarin leerlingen een weekplanning krijgen via Excel in Teams. Daarin kiezen leerlingen in elk lesuur een activiteit via een dropdownmenu. Die keuzes worden via formules geregistreerd in een ander tabblad voor leerkrachten. De technische kant in te ingewikkeld om via een blog te beschrijven, maar aarzel niet om meer informatie te vragen. De belangrijkste tip kreeg ik alvast van de leraar die dit ontwikkelde: “Google gewoon alles wat je wil doen, bijvoorbeeld How do you hide a spreasheet on Excel.” Soms is Google wel je beste vriend.
De leerkracht is ervoor verantwoordelijk leerlingen zelfregulerend te leren werken. Een eerste manier om dit aan te leren, is via expliciete instructie, dat niet te verwarren is met doceren of opleggen. Elke leraar kan voor een leeractiviteit met de leerlingen spreken over hoe je deze taak plant, tijdens het werken vragen stellen en achteraf reflectie aanmoedigen. Een tweede manier is zelfregulering modellen. Dat betekent dat de leraar zelf luidop nadenkt over wat hij moet doen om tot een resultaat te komen. Als je met planningsinstrumenten werkt, help je leerlingen door te tonen hoe je zoiets kan gebruiken. Ondersteun dit met stappenplannen.
Hou rekening met de ontwikkeling van het brein van je leerlingen om na te gaan of ze de vaardigheden die je van hen verwacht aankunnen. Werk met een groeilijn, waarin verschillende vaardigheden
Je kan dit bijvoorbeeld doen door een planningsinstrument ingevuld aan te bieden, om leerlingen te leren wennen aan werken met zo’n instrument. Pas in een tweede stap plannen leerlingen hun werk zelf in.
Zelfs als je rekening houdt met deze gemiddelden, zal je merken dat de ene leerling sneller weg is met een strategie dan de andere. Dus ook op dit vlak kan je differentiëren. Gelukkig heb je een teamteacher naast je! Je kan er dus voor zorgen dat je ondersteuning op maat kan aanbieden.
Veel succes!
Dagelijks Leren ondersteunt je school in trajecten op maat. Lees erover of neem contact op voor meer informatie.
Lees meer op de onderzoekspagina van Dagelijks Leren, scroll naar onder.
Boeken
Jolles, J. (2016). Het tienerbrein. Over adolescenten tussen biologie en omgeving. Amsterdam University Press.
Websites
Education Endowment Foundation
Schoolmakers: e-course Leren Differentiëren
Vandenbranden, Kris. In 7 stappen naar een krachtiger onderwijs van de zelfregulering van leerlingen. 23 mei 2020 op de blog Duurzaam Onderwijs.
07/09/2020
Inclusief leren
1 september dit jaar was vreemd, de nacht ervoor sliep ik voor het eerst sinds lang heel rustig zonder dromen over vergeten lesvoorbereidingen of gehackte beamers. Ik werk momenteel voltijds als procesbegeleider in het onderwijs. Leuk, druk, grondig. Maar, lieve leerkrachten, laat je door niemand iets wijsmaken. Geen enkel werk vraagt zoveel, zo vaak en zo tegelijk van jou, als de job van de leraar. Ik sta nog altijd te kijken van hoeveel deugd het doet een koffiepauze te nemen aan een tafel en niet aan een kopieermachine of een vraag te stellen aan een collega zonder dat 7 leerlingen tegelijk je aandacht nodig hebben.
Ik heb nu ook meer tijd om me echt te verdiepen in de voordelen van teamteaching. Tijdens de lockdown was ik even bang dat de werkvorm weinig toekomst had, nu grote klassen uit den boze waren. Niets bleek minder waar. Vandaag is teamteaching gegeerde dan ooit.
De maanden afstandsonderwijs hebben de verschillen tussen onze leerlingen groter gemaakt en leerkrachten moeten zich dubbel inzetten om achterstand in te halen én nieuwe leerstof aan te brengen. Toen ik leerkracht was, probeerde ik altijd bij te leren over differentiëren. En wat zo vaak door mijn hoofd schoot, was: “Wauw, ik zou zo graag meer inspelen op die verschillen in mijn klas, maar dat lukt gewoon niet. Ik ben ook maar een mens.”
Ik geloof er sterk in dat teamteaching een werkvorm is die zich er uitstekend toe leent krachtig te kunnen differentiëren. Ik geef graag enkele voorbeelden.
Wanneer je als leraar impact wil hebben op het leren van je leerlingen, moet je eerst even stilstaan bij de bouwstenen van effectieve didactiek. Je zal niet verschieten, deze bouwstenen lijken heel vanzelfsprekend. Als teamteacher zag ik het een beetje als een voorwaardenlijstje. Hoe krachtig onze manier van lesgeven ook leek, als we bij het teamteachen een stap zetten die tegen de inzichten inging, sloegen we de bal mis. Differentiëren begint dan ook bij een aanpak waarmee je de meerderheid van je leerlingen meehebt.
Als je bijvoorbeeld sterk wil inzetten op individuele leerpaden en oefeningen ontwikkelt die de leerlingen zelfstandig moeten maken, maar je vergeet heldere instructie in te plannen, sla je de bal mis. Je ontneemt je leerlingen een werkvorm met ontzettend veel impact.
Met deze brede basiszorg heb je nog niet ingespeeld op de grotere verschillen in je klas. De verschillen in wat een leerling kan, wil of nodig heeft zijn er altijd al geweest en werden door corona alleen maar groter.
Hier zijn enkele werkvormen of technieken om te differentiëren waar teamteaching zich uitstekend toe leent.
Varieer in groeperingsvormen, zowel in de samenstelling (homogeen of heterogeen) of de grootte van de groepen. Het voordeel van samenwerkend lesgeven is dat elke groep begeleid kan worden door een leraar.
Kies slim voor een organisatievorm van teamteaching:
In een andere blog zal is concreter ingaan op teamteachen in graadsklassen of andere vormen van klasdoorbrekend werken.
Verschillende modellen hebben een verschillend aantal sporen. De eerste stap is eerst dat de leraar een korte en heldere instructie geeft van de nieuwe leerstof en dat leerlingen dan hun niveau bepalen. Dat kan door een korte test of door ondersteunde zelfreflectie. Daarna worden de leerlingen in verschillende groepen of sporen onderverdeeld.
Selecteer met je collega’s de kennis en vaardigheden die de leerlingen onder de knie moeten hebben om een nieuw leerstofonderdeel te begrijpen. Eén van de teamteachers kan een groepje leerlingen op voorhand begeleiden, bijvoorbeeld door een tekst samen te lezen of school- of vakwoordenschat te gebruiken. Door teamteaching hoef je dit niet buiten het klaslokaal of na de lestijd te doen.
Klasgroepen van teamteachers worden meestal samengesteld door klassen van verschillende leerjaren of parallelklassen in één groep te plaatsen. Daardoor zijn klassen van teamteachers iets groter en kunnen de leraars nadenken over de inrichting van hun klaslokaal. Hier zijn enkele ideetjes:
Voorzie ook materiaal dat leerlingen kunnen gebruiken als hulpmiddel, zoals
Maak duidelijke afspraken met je collega’s en leerlingen over hygiënisch gebruik van materiaal, verluchten van de grote ruimte, afstand houden en wandelen in de klas.
Nu we door het afstandsonderwijs allemaal geleerd hebben hoe je sterke instructiefilmpjes kan maken, kan je die ook slim inzetten. Leerlingen kunnen thuis of tijdens het zelfstandig werk een instructiefilmpje bekijken, voor ze samen met de leraar de leerstof toepassen of inoefenen. Dezelfde filmpjes kunnen gebruikt worden om achteraf leerstof te herhalen. Sommige scholen kiezen voor een vorm van teamteaching om vakdoorbrekend te werken. Dan komt het wel eens voor dat je een klasgroep ondersteunt die een oefening maakt voor een vak dat je zelf niet geeft. Via de filmpjes kan je leerlingen de correcte instructie laten volgen en zodat je zelf geen halfbakken uitleg moet geven. Volg het filmpje met de leerling en stel luidop vragen of model hoe je zelf aan de slag zou gaan met de oefening. Zien leren doet leren.
Wacht? Deze werkvormen zijn toch niet uitsluitend geschikt voor teamteachers? Nee, natuurlijk niet. Maar ik vond een sporenmodel altijd zo moeilijk om alleen uit te voeren. Wanneer leerlingen op verschillende werkplaatsen aan de slag gingen, vond ik het best spannend om het overzicht en klasmanagement te bewaren. Ik was ook maar een mens.
Leerkrachten moeten veel en vaak en tegelijk. Via teamteaching kan je de taken verdelen en samen sterker staan. Fijn schooljaar!
Dagelijks Leren ondersteunt je school in trajecten op maat. Lees erover of neem contact op voor meer informatie.
Ik probeer mijn bronnen bij te houden op de pagina Team Teach – onderzoek (scroll naar onderaan de pagina)
De belangrijkste inspiratiebronnen voor deze blog waren:
Teamteachers die effectief lesgeven:
Teamteachers die differentiëren
19/06/2020
Veerkracht
We komen langzaam aan bij het einde van een ontzettend vreemd schooljaar. Ik vermoed dat de vele leerkrachten en directeurs pas over enkele weken – met hun tenen in het babyzwembadje in de tuin – gaan beseffen wat voor een krachttoer ze gepresteerd hebben. Ik wens meer dan ooit elke leraar een zomer toe zonder ook maar één opmerking over leraars en hun vakantie.
Ik heb me zelf zorgen gemaakt over de toekomst van teamteaching. Wat er ons in september te wachten staat, is nog niet helemaal duidelijk. Het zal in ieder geval geen ‘business as usual’ zijn. Wat doe je met grote klassen op een moment dat men verwacht bubbels zo klein mogelijk te houden? Zullen leerkrachten zich nog steeds in drie moeten splitsen om preteaching, toezicht én fysiek lesgeven op hetzelfde moment te combineren en zal samen lesgeven meer dan ooit een luxe worden?
Ik stelde de vraag aan enkele bevriende teamteachers. Eén ervan gaf me het dit hartverwarmende antwoord:
“Waar ik zo van genoten heb tijdens dit afstandsonderwijs is hoe hard wij zijn blijven samenwerken. Het moest ook, want wij zijn verantwoordelijk voor dezelfde groep leerlingen, voor hetzelfde vak. Maar wij hebben het werk verdeeld en iedereen in zijn sterkte laten werken. En omdat we al een tijdje samen voor de klas staan ging die verdeling vanzelf.”
Deze week nog las ik op de Facebookpagina van Klasse het verhaal van de mentor Caroline en student-leraar Céline, die de feedback van haar mentor prees. Ik besef meer dan ooit dat teamteaching – of elke andere vorm van samenwerkend lesgeven – leerkrachten kan helpen in te spelen op veranderende situaties. Zou het kunnen dat teamteachers samen meer veerkracht hebben?
Het zou wel eens kunnen. Ik leg meer en meer linken tussen het grote probleem van stress in het onderwijs, en het tekort aan personeelsbeleid. Zelf kom ik uit het jeugdwerk, meer bepaald de speelpleinwerking. Wij spendeerden ontzettend veel energie in uitdenken van een beleid over wat we verwachtten van onze vrijwilligers, hoe we hen dat duidelijk zouden maken, hoe we ervoor konden zorgen dat ze gemotiveerd bleven, hoe we konden omgaan met conflicten in de groep, hoe we door middel van feedback jonge vrijwilligers konden doen groeien en hoe we hen een waardig afscheid konden geven wanneer ze stopten. Ik ben elke dag verbaasd over hoe veel daarvan ontbreekt in de gemiddelde school. Functioneringsgesprekken vinden (soms) plaats omdat het moet, tijdens een sollicitatie wordt de enige beschikbare kandidaat gekozen en directeurs komen er amper toe in een klaslokaal te komen. Sommige leraars doen hun ding zonder er ooit feedback op te krijgen. Ze worden zelden aangesproken om wat ze sterk aanpakken en waar ze in kunnen groeien.
Wat leerkrachten wel krijgen, is kritiek. Van ouders, collega’s die hun klas te luidruchtig vinden, opiniemakers in een krant of van een tactloze inspecteur. Beeld je eens in dat we onze leerlingen dat zouden aandoen: hen een heen schooljaar laten doen, hun fouten nooit verbeteren, hen geen hulp aanbieden en op het einde van het schooljaar op hun rapport noteren: “onvoldoende, je krijg één week om je te verbeteren, anders word je van school gestuurd.” Je zou voor minder stress krijgen.
Dit is geen klaagzang tegen directeurs. Zij zitten ook met de handen in het haar over hun overvolle agenda’s en tijdsgebrek om hun leerkrachten grondig te kunnen ondersteunen. Daarom denk ik dat samenwerkend lesgeven ook hier een oplossing kan bieden. Veel teamteachers worden min of meer leergemeenschappen. Ze expliciteren hun visie en aanpak aan hun collega, gaan op zoek naar een consensus, zien elkaar bezig, vragen elkaar hulp, verdelen de taken en ondersteunen elkaar. Als team kunnen ze zoveel aan – blijkbaar zelfs een pandemie.
Daarom hebben we bij Dagelijks Leren beslist om teamteachers niet alleen te ondersteunen op didactisch vlak, maar ook op menselijk vlak. We bieden een reeks trajecten aan voor teamteachers die onderlinge feedback willen integreren in hun praktijk, die teamteaching willen inzetten als werkvorm in aanvangsbegeleiding van nieuwe collega’s, die een sterke visie willen op hoe ze een team leerkrachten samenstellen, … Verder willen we sterker staan in de thema’s stress, burn-out en veerkrachten. Ik start in oktober een opleiding om veerkrachtcoach te worden. Vanaf 2021 kan je ook bij mij terecht voor individuele coaching.
Veel moed met het einde van het schooljaar. Succes aan alle vrijwilligers voor de zomerscholen. En voor wie zich onzeker voelt over wat er gaat komen, ik wens je een groepje collega’s toe die ook in september je reddingsboei zullen zijn.
28/05/2020
Professionalisering
Soms moet je een boodschap een aantal keer horen, voor hij helemaal doordringt. Ik begin nu pas te beseffen dat de kans groot is dat de eerste schooldag in september nog niet helemaal normaal zal verlopen. Maakt onderwijs op afstand deel uit van onze scholen in de toekomst? Dat werpt wel wat vragen op, zeker voor teamteachers. Hoe kan je nog verwachten les te geven in grote groepen? Zullen leerkrachten nog samen in een klas kunnen staan?
Ik vind dit ontzettend relevante vragen en wil samen met jullie op zoek gaan naar een oplossing. In dit bericht probeer ik alvast te ondersteunen voor de eerste vaststelling: de kans bestaat dat leren op afstand in een bepaalde vorm zal blijven bestaan. Hoe werkt teamteaching op afstand?
Laat me beginnen bij de stelling, die ik tot vervelens toe herhaal: co- en teamteachen zijn geen doel op zich, maar een werkvorm om verschillende doelen te behalen. De vraag wordt dus niet meer: hoe kan je de werkvorm van teamteachen ‘copy-pasten’ naar een variant op afstand, maar wel hoe je in tijden van lockdown aan dezelfde doelen kan blijven werken in intense samenwerking met een collega. Zo kiezen veel teamteachers voor de werkvorm om beter in te spelen op de verschillen in hun klas, maar teamteaching is natuurlijk niet de enige manier om dat doel te bereiken. Leerkrachten die al een tijdje samen lesgeven, kunnen nu putten uit de kennis en ervaring die ze samen opgebouwd hebben door uren voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. Ik merk dat veel teamteachers de vooropgestelde doelen – of dat nu binnenklasdifferentiatie, vakdoorbrekend werken of leerlingen motiveren was – ook vandaag behalen, of toch op zoek zijn naar manieren om dat te blijven doen.
Nu de eerste weken van thuiswerken en afstandsonderwijs voorbij zijn, beginnen enkele teams naar de toekomst te kijken. Hoe zullen we in de toekomst aan onze doelen werken? Hieronder vind je wat inspiratie uit het werkveld. Denk er eens over na en voer het in als je er de veerkracht voor voelt.
Teamteaching wordt vaak ingezet als manier om nieuwe en ervaren leraars zelf dagelijks te laten leren. Leraars die samen lesgeven, hebben het grote voordeel dat ze communicatie en samenwerking gewoon zijn. Ze hebben vaak tijd gehad om hun visie te bespreken, didactische aanpak te optimaliseren en een gestroomlijnde communicatie te ontwikkelen. Dat heeft al geholpen om het bos door de bomen te blijven zien wanneer iedereen in zijn kot zat. Hoe kan je er verder in gaan?
Leren van elkaar
In de eerste fase van afstandsonderwijs hebben samenwerkende leraars elkaar geholpen om digitale tools te leren gebruiken. Je kan een volgende stap zetten door:
Rollen clusteren
In hun boek en procesbegeleiding omtrent Scholen Slim Organiseren, spreken Tom Van Acker en Yves Demaertelaere over een versnippering van verantwoordelijkheden en rollen. Zelfsturende teams proberen de rollen beter te clusteren en samen een gedeelde verantwoordelijkheid te dragen over een groep leerlingen. Zo is de leraar wiskunde niet uitsluitend verantwoordelijk voor het behalen van de doelen wiskunde, maar is het team waar zij deel van uitmaakt verantwoordelijk voor een groep leerlingen, niet alleen op vlak van het behalen van resultaten, maar ook de ondersteuning van leerproblemen, communicatie met ouders, …
Teamteachers worden soms doelbewust, vaak bijna per ongeluk zelfsturende teams. Ze hebben het gemakkelijker om een overzicht te bewaren over wat de leerlingen allemaal moeten leren en doen tijdens de week, wie uitvalt en wiens ouders gecontacteerd moeten worden. Zet de volgende stap.
Op leerlingniveau zijn er ook een aantal doelen van teamteaching. Veel van die doelen kan je ook op afstand verwezenlijken.
Hoe zorg je voor kwalitatief onderwijs voor iedereen, ongeacht de achtergrond van de leerling?
Veel teams begonnen samen les te geven om een leerlingen meer eigenaarschap te geven in hun leerproces. Leerlingen leren plannen en hun werk zelfstandig te maken. Door corona komt dit in een stroomversnelling. Hoe kan je dit op afstand ondersteunen?
Ik wens jullie heel veel moed. Breng me zeker op de hoogte als je zelf teamteachen op afstand organiseerde en mooie inzichten had! Zo leren we van elkaar.
Heb je ondersteuning nodig, vandaag of morgen, geef me een seintje. Ook op afstand denk ik graag met jullie na over de organisatie van samen lesgeven. Alleen gaat het sneller, samen gaat het beter.
Lisa
06/05/2020
Inclusief leren, Geïntegreerd leren,
Zelfregulerend leren, Motivatie, Professionalisering
Het is even stil geweest rond Dagelijks Leren, lees hier waarom. Het is echter absoluut niet stil geweest rond teamteaching. Een vijftal jaar geleden had ik de eer deel te mogen uitmaken van een van de eerste ploegen die via co- en teamteaching lesgaf, vandaag zijn er weinig scholen in Vlaanderen en Brussel er niet op z’n minst over hebben nagedacht. En zoals bij elke nieuwe methode, zijn er groeipijnen.
Wanneer ik in scholen kom, draag ik de stempel van ‘die van co- en teamteaching’ (ik heb die mezelf gegeven, natuurlijk). Dan krijg ik vaak klachten over hoe het toch niet de gewenste effecten heeft. Het is toch een pak meer werk dan gedacht. De leerlingen hebben het moeilijk met de drukte in de klas. Leren zij nu wel echt beter dan daarvoor? Ik vind al deze vragen relevant, maar blijf toch veel voordelen van de werkvorm zien.
In mijn opzicht is teamteaching een werkvorm waarmee je ontzettend veel doelen kan bereiken. En net zoals alle werkvormen, moet die onderhevig zijn aan voortdurende evaluatie. Dat is de eerste vraag die ik stel wanneer ik scholen hoor dromen over de implementatie ervan: waarom willen jullie teamteachen?
Het heeft vaak te maken met kunnen inspelen op de grote diversiteit in de groepen, of leerlingen meer eigenaarschap in hun leerproces geven, of individuele feedback kunnen geven. Soms kiezen scholen vooral voor de professionalisering van hun team: leerkrachten die samenwerken, leren van elkaar.
Pas als je je doel hebt scherpgesteld, kan je de methode beginnen vormgeven. Werk je vakoverstijgend of met een parallelcollega? Op welke manier kan je coöperatieve werkvormen inzetten, of je wil je toch liever focussen op een heldere instructie in kleine groepen?
Vooraf een duidelijk doel beschrijven helpt bij de evaluatie – is de school nu geslaagd in haar opzet of niet?
Met welk doel teamteachen jullie? Ik ben heel benieuwd jullie reacties te lezen en te bundelen. Ik geloof dat we hier veel uit kunnen leren! Wie vijf minuutjes tijd heeft, nodig uit om deze korte vragenlijst in te vullen. Alvast bedankt!
30/04/2020
Veerkracht
Ik deelde een tijdje geleden een bericht over mijn eigen burn-out van vorig jaar. De reacties die ik daarop kreeg waren hartverwarmend. Vrienden en collega’s van vandaag en vroeger staken me een hart onder de riem. Het is een fijne respons, want zoiets delen is niet gemakkelijk.
Tegelijk hoorde ik veel mensen zeggen dat het herkenbaar was, dat zij zelf of een collega dit ook meemaakte. Je kan je er behoorlijk machteloos bij voelen.
Ik schrijf hieronder een viertal suggesties over hoe je een collega die opbrandde kan steunen. Normaals, ik ben (nog) geen expert, ik baseer dit puur op mijn eigen ervaringen.
1.
In de beginfase van een burn-out is de focus vollenbak zorgen voor jezelf. Je moet professionele hulp krijgen, rusten, in een cocon kruipen en ervoor zorgen dat je functioneert. Je rationele hersenen staan voor even uit. Ik vergat de hele tijd afspraken, slaagde er maar niet in overwogen keuzes te maken en panikeerde wanneer ik niet meteen een oplossing voor dagelijkse problemen vond. Op zo’n moment ben je dus écht nog niet in staat om aan zelfreflectie te doen of tools te zoeken om verval in de toekomst te voorkomen. Vraag je collega er dus zo weinig mogelijk naar. Heb bovendien geduld met fouten die een opgebrande collega maakt. Ik bakte echt niets van mijn administratie omtrent mijn ziekteverlof. Mijn school heeft me meermaals moeten herinneren aan stappen die ik vergat te zetten of documenten die ik naar verkeerde adressen had gestuurd. Nogmaals, mijn rationeel brein werkte even niet meer.
2.
Pas op met ongevraagd advies. Ik kreeg van veel mensen te horen dat ze wel wisten dat ik dit zou krijgen omdat ik te hard werk. Hoe goedbedoeld dat ook is, ik had er weinig aan. Ten eerste omdat je daarmee de verantwoordelijkheid volledig bij de persoon legt die opbrandde. Ik had maar beter moeten rusten. Terwijl we allemaal weten dat stressgerelateerde ziektes een symptoom zijn van een structureel probleem in het onderwijs. En ten tweede omdat burn-out door een amalgaan aan oorzaken komt die voor iedereen anders zijn. Ik ben bijvoorbeeld iemand die ontzettend veel energie krijgt wanneer ik relevant werk lever met een gemotiveerd team en wanneer ik zie dat onze inspanningen effect hebben. Als ik tijdens dat werk dan nog eens zelf bijleer over mezelf en over de wereld, kan ik echt wel wat aan. De combinatie van lesgeven met mijn teamteachers en andere scholen coachen heeft mij ontzettend veel energie gegeven. ‘Werk wat minder!’ is op lange termijn geen goed advies voor mij. Ik moet zelf zoeken naar hoe ik anders kan werken.
3.
Laat een collega die met een burn-out afwezig is eventjes met rust. Stuur je beste wensen en geef aan dat je altijd klaarstaat voor een babbel, maar dring die niet op. Een burn-out is vaak werkgebonden en als collega maak je deel uit van die plaats waar de stress ontstond. Ik had het zelf heel moeilijk met het feit dat ik mijn collega’s en leerlingen in de steek liet. Weten dat er geen vervanger voor mijn uren gevonden werd en dat zwaarbelaste collega’s mijn werk moesten overnemen, gaven me heel veel kopzorgen. Ik kus mijn twee handjes met mijn geweldige collega’s, die me veel liefde wensten, maar me beschermden van de gevolgen van mijn afwezigheid. ‘We redden het wel!’, hoorde ik vaak. Ik weet niet of dat klopte, maar het hielp mij wel herstellen.
Soms moet een leerkracht na een burn-out beslissen dat hij niet meer terugkeert naar de school. Weet dat dat waarschijnlijk geen gemakkelijke beslissing is. Veel mensen die opbranden doen dat om hun werk hen zo veel kan schelen. Het kan helpen om veel begrip te tonen voor die keuze. Geef gerust aan dat je hen zal missen, maar een collega proberen ompraten omdat hij zo’n topper is, kan een averechtse effect hebben. Ik had veel aan zinnetjes als: ‘Ik ga je missen, maar steun je beslissing!
4.
Elke burn- of bore out moet een kans zijn voor een school om eruit te leren. Wacht niet op een nieuw welzijns- en zorgbeleid van de school (hoewel die natuurlijk van uiterst groot belang zijn!) maar praat er zelf over in je team. Hoe is het zo ver kunnen komen? Hoe kunnen we beter voor elkaar zorgen? Ik herhaal het nog eens, draag zelf niet bij tot een cultuur waarin het bewonderingswaardig is in een hele carrière nooit ziek te zijn geweest. Want soms is één dagje verlof nemen om tot rust te komen gewoon oké. Zelfs als je leerlingen net dan een toets hebben en je collega ook al ziek is. Applaudisseer niet wanneer een collega aangeeft tot 23 uur rapportcommentaren te hebben geschreven. Spreek een collega aan als hij veel te laat nog een mailtje stuurde. Luister empathisch wanneer je iemand hoort zeggen dat het even niet meer gaat en bewaak samen elkaars grenzen. Die zijn bij iedereen anders
Vandaag gaat het een pak beter met mij, ook al ben ik nog steeds aan het herstellen. Ik weet dat het feit dat ik deze burn-out zo openlijk bespreek nadelig zou kunnen zijn voor mijn zaak. Ik ben toch een coach voor leerkrachten, moet ik dan niet zelf stevig in mijn schoenen staan? Maar het blijft een feit dat een burn-out iedereen van ons kan overkomen. De maanden thuis hebben me ontzettend veel geleerd over grenzen en veerkracht. Mentale gezondheid is nog altijd zo’n taboe, dat ik denk dat het geen kwaad kan wanneer mensen erover getuigen. Als dit potentiële klanten afschrikt, neem ik dat er wel bij.
Veel moed in deze tijden van onzekerheid. De maatschappij verwacht veel van ons. Zorg voor jezelf, zorg voor elkaar.
17/04/2020
Veerkracht
Het is eventjes stil geweest bij Dagelijks Leren. Dat komt doordat dat momenteel een eenmanszaak is, mijn persoonlijke ‘kindje’. En wanneer die ene man – vrouw, in mijn geval – geveld wordt door een burn-out, kan je niet anders dan eventjes afstand te nemen. Ik ben momenteel aan het herstellen maar al een pak beter. Ik vind het best spannend dit te delen, omdat psychische problemen in onze maatschappij niet helemaal aanvaard worden. Bovendien toon ik als begeleider en coach een kwetsbare kant van mezelf. Zal ik nog wel au sérieux genomen worden als ik zelf tegen de muur gebotst ben? De reden waarom ik heb beslist dit toch te doen, is omdat ik weet dat stressgerelateerde ziektes als burn- en bore-out heel vaak voorkomen in het onderwijs. Er is een structureel probleem.
Deze week kondigde de Veiligheidsraad een verlenging van de lockdown aan en ook de scholen blijven nog eventjes dicht. Voor sommigen wordt dit een zware periode. Tijdens de eerste weken konden velen door een adrenalinekick prachtige initiatieven opzetten, van de kleuterleraar die dagelijks boekjes voorlas via Skype, tot de directeurs die een gebalanceerd afstandslerenbeleid op poten zette en de Begeleiders zonder Grenzen. Nu die adrenaline wegtrekt, spreekt professor Elke Van Hoof (VUB) van een overbelastingsfase: ‘het gebrek aan voldoende sociaal contact begint zijn tol te eisen, maar vooral het gebrek aan perspectief kan onze mentale gezondheidszorg parten spelen.’ Voor leraars in het bijzonder komen er pittige weken aan. Zullen leerlingen nog gemotiveerd zijn hun taken te maken? Zal de kloof niet groter worden? Zullen leerkrachten niet meer en meer de rol van psycholoog opnemen, op een moment waarop ze zelf niet zo veerkrachtig meer zijn?
Ik wil hier zeker geen doembeeld schetsen. Vele helden vlogen er al in en ook na de paasvakantie zullen we het ene na het andere prachtige initiatief zien. Ik wil wel oproepen om extra hard voor jezelf en voor elkaar te zorgen. Veel van mijn beste vrienden werken in het onderwijs en ik hoorde tijdens de vakantie vaak hetzelfde verhaal: mensen slagen er zo moeilijk in te ontspannen en los te laten. Dat doet een belletje rinkelen bij mij, zo was ik voor mijn burn-out. Zo ben ik ook vandaag als ik niet oplet.
Voor ik een burn-out kreeg, had ik het gevoel dat ik voortdurend aanstond. Zoals mijn telefoon, die niet alleen een zeer waarschijnlijke oorzaak voor de dagelijkse stress was, maar ook een beeld. Smartphones hebben tientallen functies die de hele dag voortdurend en tegelijk draaien en wanneer hun batterij bijna leeg is, zetten we hen niet uit maar steken we hen in het stopcontact, zodat we ze dag en nacht kunnen gebruiken. Zo voelde ik me. Ik stond aan, zelfs als ik ontspande.
Ik ben (nog) geen expert in veerkracht en stress. Twee mini-adviesjes wil ik wel geven.
Zorg voor jezelf, maar lees zo weinig mogelijk over de magische oplossingen van zelfzorg. Ja, sporten, vroeg gaan slapen, yoga, mildfulness, minder suikers eten, … kunnen veel problemen voorkomen. Maar vanaf het moment dat het taken op je to-dolijst worden, schiet het zijn doel voorbij. Wie zichzelf op de vingers tikt omdat hij te veel chocolade heeft gegeten en zich daardoor niet aan zijn dieet heeft gehouden, is niet zorgend maar streng voor zichzelf. Als je hele zijn hunkert naar pizza’s eten en Netflix kijken, go for it!
Zorg voor elkaar. De mythe van de zelfzorg is dat we door onze focus op zelfzorg, onszelf de verantwoordelijkheid ontzeggen voor anderen te zorgen. Draag zelf niet bij tot een cultuur waarin het bewonderingswaardig is de hele vakantie gewerkt te hebben en Smartschool Live vergaderingen te houden tot 23 uur. Spreek collega’s die dat wel doen erop aan. Luister empathisch wanneer je iemand hoort zeggen dat het even niet meer gaat en bewaak samen elkaars grenzen. Die zijn bij iedereen anders.
Heel veel succes aan alle leraars, directeurs, ondersteuners en opvoeders. Jullie zijn helden, zeker als je je cape ook aan de kapstok kan hangen.
Vragen over coronderwijs? Op www.begeleiderszondergrenzen.be wordt je vraag beantwoord en gefacktcheckt door een van de vele experten en begeleiders die zich vrijwillig aanmeldden. Niet aarzelen!
Prof. Elke Van Hoof over psychische problemen tijdens de verlengde lockdown in De Morgen van 14/04/2020, interview door Freek Evers. ‘Wees trots dat je een uurtje bent gaan wandelen’: het zijn banale dingen die vandaag houvast bieden.
Katrijn Van Bouwel voor Charlie Magazine van 22/05/2019. Zelfzorg in gezeik.
26/10/2019
Professionalisering
Het grote lerarentekort is een pittige uitdaging voor veel scholen. Collega’s vallen uit en een vervanger voor hen zoeken is een lastige zaak. Soms weten directeurs dat een leerkracht onvoldoende presteert, maar is het niet aan de orde een gesprek aan te gaan over een verbetertraject, want zijn functie is een knelpuntberoep. Het motto lijkt: “Eender wie is goed genoeg!”
Ik denk dat het anders kan. Ik werd geïnspireerd door twee afleveringen van Buiten De Krijtlijnen: Teach For Belgium biedt een coachingstraject aan voor nieuwe leerkrachten die zich inzetten om ongelijkheid weg te werken in grootstedelijke scholen. Stroom is een van de nieuwe scholen in Vlaanderen die met een vers lerarenkorps en een innovatief pedagogisch project startte. Beiden vragen veel van hun leerkrachten en deelnemers: hard werk, reflectief vermogen, flexibiliteit en duidelijke visie. Beiden hebben een strenge selectieprocedure en moeten steeds kandidaten weigeren.
Misschien moeten we anders communiceren. Niet: ‘Het maakt niet uit wie je bent of wat je kan, als je ons maar uit de nood helpt!’, maar:
Wie zoeken we?
Wat bieden we?
Dit wordt geen gemakkelijke manier om een extra centje te verdienen. Dit wordt een leertraject. We verwachten dan ook een stevige inzet, maar onze leerlingen verdienen niets minder.